U bent hier

Zuiderzeepad 2: Genemuiden - Kampen

Stoomgemaal Mastenbroek - mattenbiezen - tufstenen kerk IJsselmuiden
Wandeldatum: 
zaterdag, 15 februari, 2014

We starten in de tapijtstad van Nederland, Genemuiden. Hier worden vanaf de 17e eeuw ‘tapijten’ gemaakt, eerst biezenmatten en vervolgens kokosmatten en andere tapijten. Als de stad wat moois biedt, blijven we even, biedt het naast horeca niets dan gaan we snel  via de ‘Zuiderzeepolder’ naar het Zwarte meer.  De Zuiderzeepolder herbergt mattenbiezen (tot 3 (!) meter hoge cypergrassensoort dat van oorsprong in brak water staat) en weidevogels. We passeren het Stoomgemaal ‘Mastenbroek’ (1856 gebouwd en in dienst tot 1961) en zien aan de horizon boerderijen op terpen (ook wel pollen genoemd) liggen op het Kampereiland. Tot 1932 steeg het water met enige regelmaat en waren de bewoners op polhoogte verzekerd van droge voeten.

We komen nabij Grafhorst, een dorp met stadsrechten sedert 1333. Het op een oeverwal gebouwde ‘stad’ was vanouds een vissersplaats en leeft nu van veeteelt. In 1849 brandde de stad grotendeels af (nog 3 van de 60 huizen bleven gespaard) en stierf niet veel later in 1870 een groot deel van de bevolking aan pokken. Grafhorst heeft een streng calvinistische geloofsgemeenschap, bij de 2e Kamerverkiezingen van 2012 behaalde de SGP net geen meerderheid van de stemmen in het dorp (helaas maar 45,4%).

We naderen IJsselmuiden dat ook een lange historie kent. Het wordt al genoemd in 1133 en het lag toen aan de ‘Almere’, de naam van wat later genoemd is ‘IJsselmeer’. De naam Aelmere is opgetekend in een heiligenleven (christelijke biografie) over de Angelsaksische bisschop Bonifatius, die voer in 753 over het Aelmere. In de 19e eeuw huisden meerdere wasserijen in IJsselmuiden aangezien de IJssel voor schoon water zorgde. Gegoede burgerij vanuit Den Haag en Enkhuizen stuurden hun wasgoed hierheen.

Via een tufstenen kerkje uit de middeleeuwen op de grens van IJsselmuiden en Kampen naderen we het NS station van Kampen. We duiken via de markante hefbrug even het aloude kampen in voor een verkwikkend drankje en daarna gaat het met de NS terug naar Zwolle.