U bent hier
Westerborkpad 11: Zwolle - Lichtmis
Log in voor toegang tot de complete gegevens van deze wandeling of klik hier voor meer informatie
Provincie:
- Overijssel
Zoals al eerder aangekondigd lopen we deze – en de volgende – etappe niet op zondag, maar op een zaterdag. Dit in verband met de openbaarvervoersverbindingen in deze regio. En anders dan in het boekje staat aangegeven is deze wandeling niet 15, maar 20 kilometer lang. Waarschijnlijk hoeven we daar niet al te rouwig om te zijn, want op de website van het Westerborkpad regent het klachten over deze etappe: ‘Saaiste etappe tot nu toe,’ ‘de route door Zwolle is mooi, daarna wordt het vreselijk’, ‘een kilometerslang fietspad parallel aan industriegebied Hessenpoort.’ Maar goed, dat zijn de commentaren van een paar jaar geleden, nu maken we een extra slinger ónder het industriegebied door en lopen we buiten Zwolle een (hopelijk fraai) stukje langs de Overijsselse Vecht en vervolgens door weidegebied naar Lichtmis.
Wel een aparte naam voor een plaats trouwens, Lichtmis. Het is onduidelijk waar die naam vandaan komt, maar de eerste associatie is natuurlijk met het kerkelijk feest van Lichtmis, of Maria-Lichtmis. De overeenkomst die ik heb kunnen ontdekken is dat op het feest van Maria-Lichtmis, veertig dagen na Kerstmis, traditioneel pannenkoeken worden gegeten en dat bij wegrestaurant De Lichtmis, waar we eindigen, pannenkoeken prominent op het menu staan.
Wat betreft het thema van onze wandeling komen we in het centrum van Zwolle langs de synagoge en een monument voor de slachtoffers van de Sjoa. Hoewel er in de 14e eeuw al Joden in Zwolle woonden, ontwikkelde een formele gemeente zich pas na de openstelling van de gilden in 1756. Aanvankelijk deed de Librije dienst als synagoge, in 1899 kon het huidige gebouw worden ingewijd. Circa 140 Zwolse Joden overleefden de Sjoa in de onderduik, vier keerden terug uit de kampen.
Verderop langs de route, twee kilometer voor het einde, bevindt zich een van de onderduikadressen van oud-burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn. Begin 1943 kwam de toen achtjarige Ed met zijn moeder in Westerbork terecht, waaruit zijn vader hen door middel van een list wist te bevrijden. In zijn eentje begon hij aan een tocht langs achttien schuilplaatsen, eerst in Zuid-Limburg, daarna in het westen van Overijssel. In Oudleusen en omgeving verbleef hij bij verschillende families, tot Ed op 26 november 1944 opnieuw werd gearresteerd. Via de gevangenis in Zwolle kwam hij nogmaals in Westerbork terecht. Daar werd hij in april 1945 door de Canadezen bevrijd, en zijn beide ouders bleken nog in leven te zijn. Na de oorlog was Ed van Thijn jarenlang intensief betrokken bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, waarbij hij zich met name richtte op ‘de kinderen van Westerbork’: kind-overlevenden van de Holocaust uit de onderduik en de kampen.