U bent hier

Waterliniepad 5: Nieuwegein – Culemborg

Wandeldatum: 
zondag, 2 oktober, 2016
Afstand: 
20 km

Provincie:

In tegenstelling tot wat gedacht gaan we vandaag niet het Waterliniemuseum in Fort bij Vechten bezoeken. Het toeval wil dat de dag voor onze geplande komst een groots evenement plaatsvindt en op de zondag wordt er nog afgebroken (wat er ook afgebroken mag worden). Advies was die dag niet te komen en een andere dag te kiezen. Ik heb dan ook besloten vandaag het deel te lopen wat voor 8 januari gepland was en op 8 januari lopen we dan het deel met aansluitend heb bezoek aan het Waterliniemuseum.

Maar vandaag gaan we een ondanks dat een mooi deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zien. Tussen het Amsterdam Rijnkanaal, de Lek en het Lekkanaal ligt een van de waardevolste delen van de Waterlinie want onderdelen zijn nog intact en het landschap is eveneens grotendeels intact.
Op relatief korte afstanden gaan wij een grote diversiteit aan verdedigingsbouwwerken zien, zoals Fort Honswijk, Werk aan de Waalse Wetering, Werk aan de Groeneweg en Werk aan de Korte Uitweg. Daaromheen liggen tal van sluizen, groepsschuilplaatsen en kazematten. grienden, houtwallen en boomgaarden kleuren het linielandschap. Het landschap is hier nog open en nauwelijks aangetast, waardoor het verdedigingsconcept van de Hollandse Waterlinie goed herkenbaar is.

Direct bij begin aan het Amsterdam-Rijnkanaal staat de ‘plofsluis’. Mooi is hij niet, wel bijzonder. De bakken kunnen tot 40.000 ton stortmateriaal bevatten. Springlanding in de bodem kon de inhoud omlaag laten storten en het kanaal in een klap afsluiten. Dat zou voorkomen dat het water uit onder water gezette gebieden via het kanaal zou wegstromen. Zo’n massieve dam zou de vijand ook niet eenvoudig kunnen kapotschieten. Maar hoe mooi ook bedacht, de plofsluis heeft nooit dienst gedaan. Ten tijde van de Duitse invasie was de plofsluis nog niet klaar. Daarna werd het bouwwerk een obstakel voor moderne duwbakschepen. Omdat afbrak technisch en financieel niet haalbaar was is het Amsterdam-Rijnkanaal er met een boogje omheen gelegd. We gaan het zien.
Het gebied ten zuiden van de SchaIkwijkse Wetering (gebruikt als inundatiekanaal) is een Beschermd Gezicht op grond van de Monumentenwet. Die status dankt het aan zijn landschappelijke openheid en de vele gave historische bouwwerken. Daarvan springt Fort Honswijk in het oog. Dit fort verdedigde samen met Fort Everdingen (zien we in het voorjaar 2017) de Lek en beschermde tevens de inundatiesluis. Via de sluis werd water uit de Lek ingelaten.

Vlak voor Fort Honswijk loopt de ‘gedekte gemeenschapsweg’. Langs de gedekte gemeenschapsweg kon men wapens en voedsel transporteren zonder dat dat de vijand er iets van merkte. De weg is namelijk gelegen achter een wal. In deze wal, aangelegd rond 1879, zitten verschillende schuilplaatsen en geschutsputjes. De contouren zijn nog zichtbaar. Helaas lopen we niet via deze gedekte gemeenschapsweg maar aan de andere zijde van het kanaal.

We komen aan de Lek en lopen een stuk parallel aan de rivier. Culemborg zien we aan de horizon liggen en we lopen via de uiterwaard ‘Steenwaard’ naar de pont. De Steenwaard is een natuurontwikkelingsproject dat aangelegd is rond de eeuwwisseling. Veel werk is gaan zitten in het uitgraven van enkele geulen en dode rivierarmen, zogeheten ‘strangen’. In totaal is maar liefst 600.000 m3 grond verzet. Ook is er een Dijk/landschapskunstwerk te bewonderen van Jeroen Hoogstraten. Uit alle Utrechtse gemeenten, die worden beschermd door de Lekdijk, zijn ‘happen’ genomen uit herkenbare pleinen of straten. De bestratingen zijn op dezelfde hoogte ten opzichte van de rivier geplaatst in zeshoekige kokers. Zo is te zien hoe hoog het water op de verschillende plaatsen zou staan als er geen dijken zouden zijn.

We bereiken Culemborg, vroeger ook wel Kuilenburg genoemd. Het kreeg in 1318 stadsrechten en in 1555 werd het door Karel V verheven tot soeverein graafschap. De naam komt (mogelijk) van ‘acule’, laaggelegen moeras. Culemborg is al eeuwen vermaard om zijn meubels (nooit geweten) en iedereen zou de Culemborgse stoel moeten kennen. En robuuste houten stoel met biezen zitting die in de 19e eeuw vele Nederlandse keukens en eetkamers bepaalde (a ha, toen was ik er nog niet, vandaar….)

En dan nog de oude Lekbrug. Bij de bouw in 1868 was het met zijn overspanning van 154 meter 10 jaar lang de grootste brug ter wereld. En de brug heeft als een van de weinige bruggen de Tweede wereldoorlog overleefd maar …..is later vervangen door een moderne spoorbrug. De economische groei heeft het niet overleefd.